Stadium 2:
•
Klachten worden uitgebreider
•
De klachten nemen in de loop van de dag toe, om
vervolgens aan het eind van de week constant
aanwezig te zijn;
•
Pijn in rust;
•
Zwelling;
•
Paraesthesieen (=tintelingen) en doofheid;
•
Verminderde kracht of plotseling
•
verlies van grijpvermogen: precisie/snelheid;
•
Soms verbleking van de huidskleur.
Stadium 3:
•
De pijn, tintelingen en/of doofheid treden op bij elke
activiteit (ook weinig belaste bewegingen: b.v.
tandenpoetsen, kaasschaven);
•
Pijn in rust en nachtelijke pijnen
•
Verlies van spierkracht en coördinatie;
•
Zwelling, plaatselijk of meer verspreid;
•
Verandering huidskleur en temperatuur.
Risicofactoren voor het ontstaan van KANS
•
Persoonsgebonden: coping-style (probleem
georiënteerd of emotieregulerende coping), ervaren
van werk,Antropometrie of werkhouding;
•
Werkplek gebonden: inrichting meubilair,
omgevingsfactoren zoals koude of tocht of lawaai of
;verlichting;
•
Taakgebonden: de manier waarop werk is
georganiseerd, werk- en rusttijden, variatie in houding
en beweging, pieksnelheden.
KANS / R.S.I. 2-3